Programma 6 / Bestuur en organisatie

• De strategische visie op samenwerking (vastgesteld december 2011)
• Treasurystatuut (vastgesteld december 2023)
• Bibob-beleid gemeente Beek (vastgesteld maart 2016)
• Nota weerstandsvermogen en risicomanagement (vastgesteld februari 2024)
• Parkeernota 2018 gemeente Beek (vastgesteld oktober 2018)
• Nota activeren en afschrijven 2024 (vastgesteld april 2024)
• Nota reserves en voorzieningen 2024 (vastgesteld maart 2024)
• Herijking Inkoopbeleid Gemeente Beek (vastgesteld maart 2023)
• Communicatiebeleidsplan 2021-2024 (vastgesteld juni 2021)
• Herijking strategische toekomstvisie (vastgesteld juni 2021)
• Dienstverleningsvisie (vastgesteld november 2021)
• Privacybeleid en -reglementen gemeente Beek 2023-2025 (vastgesteld november 2022)
• Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek 2023-2026 (vastgesteld januari 2023)
• Beleidskader informatiebeveiliging 2024 - 2027 (vastgesteld januari 2024)
• Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Beek 2023 (vastgesteld april 2023)

Dit programma draagt bij aan de verwezenlijking van de Herijkte Strategische Toekomstvisie Beek 2030:

• Beek ambieert niet per se groei in omvang of aantal inwoners. Wel is er behoefte om het aantal inwoners minimaal te behouden, met als doel om vitaal en relevant te blijven.
• Beek blijft zelfstandig zolang de bestuurs- en uitvoeringskracht voldoende is om het gemeentelijk takenpakket haalbaar en betaalbaar uit te kunnen voeren. Op een aantal thema’s (jeugdzorg, energietransitie, bereikbaarheid en profilering Zuid-Limburg) werkt Beek intensief samen met de regio. Naar aanleiding van deze herijking worden gesprekken met de buurgemeenten en met regionale maatschappelijke organisaties over samenwerking aangehaald.
• Beek wil inzetten op een klantgerichte effectieve dienstverlening richting haar inwoners waarbij de gemeente een betrouwbare partner en een facilitator is die zowel vraaggericht als aanbodgericht handelt.
• De digitale bereikbaarheid van de gemeente als organisatie wordt steeds belangrijker.

Indicatoren	Gerealiseerd 2023	Streven 2025	Streven 2027	Streven 2029	Streven 2031
Percentage inwoners dat aangeeft zich veilig te voelen in de buurt. (burgerpeiling)	85%	85%	85%	85%	85%

br.	Omschrijving	Pfh	B2025	B2026	B2027	B2028
A	OZB-areaaluitbreiding	R. Diederen	0	10	128	128
B	Onvoorzien	R. Diederen	50	50	50	50
C	Stelpost BCF	R. Diederen	163	163	163	163
D	Meicirculaire 2024	R. Diederen	1.103	1.737	1.704	1.671
E	Hondenbelasting	R. Diederen	-114	-114	-114	-114
F	Tariefrente riolen	R. Diederen	91	92	92	92
G	BsGW begroting 2025	R. Diederen	-33	-47	-56	-56
H	BsGW opbrengst vervolgingskosten	R. Diederen	32	32	32	32
I	Ondersteuning Raad	R. Diederen	-20	-15	-15	-15
J	Zorg- en Veiligheidshuis	C. van Basten-Boddin	-23	-23	-23	-23
K	Veiligheidsregio begroting 2025	C. van Basten-Boddin	-95	-95	-95	-95
L	Bijstelling leges Publiekszaken	C. van Basten-Boddin	10	11	13	11
M	Doorbelasting personeelskosten	R. Diederen	662	300	221	185
N	Tekort herverdeling Gemeentefonds	R. Diederen	0	0	0	-268
O	Stelpost hervormingsagenda	R. Diederen	0	0	0	99
P	Stelpost maatregelen Rijk	R. Diederen	0	0	0	49
Q	Uitbreiding formatie	R. Diederen	-380	-380	-380	-380
R	Datagedreven werken	R. Diederen	-28	-28	-28	-28
S	CAO 2025	R. Diederen	-363	-484	-484	-484
T	Energiekosten	R. Diederen	-73	-73	-73	-73
U	Voormalig personeel	R. Diederen	-90	-2	-2	-2
V	Ontwikkeling salarislasten doorwerking CAO en anciënniteit vanuit 2018 en anciënniteit 2019	R. Diederen	-241	-201	-201	-201
W	Archiefkosten	R. Diederen	-40	-55	-55	-55
X	Stelpost werkgeverslasten	R. Diederen	-186	-186	-186	-186
Y	Inzet algemene reserve	R. Diederen	1.197	1.336	1.202	1.082
	Overige kleine posten < 10.000		12	9	8	7
	Totaal nieuw in programma 6		1.634	2.037	1.901	1.589

 

Op basis van de in 2024 verstrekte bouwvergunningen is een nieuwe inschatting gemaakt van de areaaluitbreiding en de hieruit te verwachten extra OZB inkomsten. Dit leidt tot een structurele bijraming van € 10.300 in 2026 (waarvan € 5.300  als gevolg van gedeeltelijke gereedmelding van niet-woningen met een bouwsom hoger dan € 1 mln) en € 128.000 per 2027.

De post onvoorzien is bedoeld ter dekking voor (een schatting van) uitgaven die niet zijn voorzien in de begroting. Het is wettelijk voorgeschreven dat er een post ‘onvoorzien’ wordt opgenomen in de begroting. Er wordt echter niet verplicht gesteld wat de hoogte van deze post is. In het verleden is de post onvoorzien overbodig gebleken derhalve wordt nu voorgesteld om de post op nul te zetten. 

In de begrotingsbrief van de provincie Limburg is opgenomen dat het bedrag dat gemeenten als afrekening voor het BTW-compensatiefonds (BCF) 2023 hebben ontvangen, structureel vanaf 2025 in de begroting mag worden meegenomen als verwachte inkomsten. Er was reeds een bedrag van € 240.000 als stelpost opgenomen, deze wordt nu met € 163.400 structureel verhoogd.

In de Slotrapportage 2024 zijn de te ontvangen bedragen van het gemeentefonds voor wat betreft de meicirculaire 2024 in detail uitgewerkt. De bedragen voor de jaren 2025 tot en met 2028 worden in deze begroting opgenomen.

Vanaf 2025 zal geen hondenbelasting meer geheven worden. Landelijk zijn er steeds minder gemeenten die hondenbelasting heffen. Zo heeft ook de raad bij de behandeling van de Kaderbrief 2024 reeds verzocht te kijken naar het afschaffen van de hondenbelasting. 

Zie toelichting onder programma-5 punt C.

Deze bijdrage wordt bijgeraamd vanaf 2025 op basis van de ontwerpbegroting van BsGW, waarin onder andere sprake is van een indexatie en tevens een nieuw vastgestelde kostenverdeelmethode.  Deze structurele bijraming wordt deels gecompenseerd door de opbrengst vervolgingskosten zoals genoemd onder H. 

De ontvangen opbrengsten wegens vervolgingskosten, die eveneens ontvangen worden van de belastingschuldigen, werden tot dusver in de begroting van BsGW opgenomen. Vanaf 2025 zal deze opbrengst rechtstreeks aan de deelnemers worden afgedragen., wat leidt tot een structureel positief effect op de begroting van € 31.700.

Er is sprake van een structurele bijraming van deze kosten, waaraan meerdere wijzigingen ten grondslag liggen. De grootste stijging wordt veroorzaakt door het aflopen van het contract voor het streamen van de commissie- en raadsvergadering in 2025. De verwachting is dat het contract hiervoor zal worden voortgezet, maar dat dit een kostenstijging van € 12.500 met zich meebrengt. Daarnaast zal er op 8 maart 2025 een symposium worden gehouden voor Internationale Vrouwendag, waarvoor incidenteel €5.000 wordt bijgeraamd. 

Het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek is dé plek waar gemeenten, justitiële partners en zorgpartners onder één dak samenwerken om complexe persoonsgerichte zorg- en veiligheidsproblemen aan te pakken. De aangescherpte landelijke richtlijnen voor de Zorg- en Veiligheidshuizen, waaronder het modelconvenant, vragen om (her)inrichting van de governance structuur van het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek. Daarnaast groeit het aantal taken. Regionaal worden ontwikkelingen regelmatig ter uitvoering belegd bij het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek. Ook hebben de drie Zorg- en Veiligheidshuizen Zuid-Limburg (Maastricht-Heuvelland, Parkstad en Westelijke Mijnstreek) de handen in elkaar geslagen om uniformer en intensiever samen te werken. Tevens bestond de (bestuurlijke) behoefte om de financieringsstructuur te simplificeren en daarmee de vaste bijdrage van de gemeenten te herijken. Deze behoefte komt voort uit het feit dat nieuwe taken van het ZVH WM gefragmenteerd gefinancierd worden. 

Daarmee is het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek genoodzaakt om door te ontwikkelen en een stevige basisinrichting neer te zetten met een financiering die toekomstbestendig is. In 2023 is gestart met een traject dat de noodzaak van deze doorontwikkeling effectueert en heeft samengevat geresulteerd in een hernieuwde missie, visie, ambitie, inrichting bedrijfsvoering, governance en begroting. Deze autonome ontwikkeling heeft een plausibele financiële implicatie van jaarlijks € 53.000 vanaf 2025.

De begroting 2025 van de Veiligheidsregio Zuid Limburg is gebaseerd op de begroting 2024, die is geïndexeerd en waarin een nieuwe CAO is verwerkt. Er is geen sprake van nieuw beleid. 

In verband met de wijziging in 2014 van de geldigheidsduur van reisdocumenten volwassenen van vijf naar tien jaar heeft de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) een rekenmodel opgezet voor gemeenten om globaal meer inzicht te krijgen in de impact van deze wijziging. Na de invoering van deze  wijziging ontstond er namelijk een ‘reisdocumentendip’ en vanaf 2024 een piek in het aantal aanvragen. Ook vanuit de RDW is er een prognose beschikbaar voor de verwachte afgifte van het aantal rijbewijzen. Tot slot is voor de overige leges een gemiddelde berekend over de afgelopen 3 jaar. Alle prognoses samen hebben geleid tot een meerjarige positieve afwijking. 

In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies) staat vermeld dat de uren van eigen personeel voor zover deze betrekking hebben op investeringsprojecten naar deze investeringen moet worden doorbelast. Het voordeel hiervan is dat de salarissen van ambtenaren en die op  investeringsprojecten werken en inhuurkosten van investeringsprojectleiders, worden geactiveerd en afgeschreven worden over de afschrijvingsduur van de investering. Ook mag de overhead, die over de salarissen worden berekend, worden doorberekend naar de projecten. In de Slotrapportage 2024 wordt deze wijziging doorgevoerd, net als in de Begroting 2025 en de meerjarenbegroting 2026-2028.

Bij de herverdeling van het gemeentefonds is een (tijdelijke) maximale korting gegeven op-lopend tot € 37,50 per inwoner in de meerjarenbegroting. Dit werd door de Rijksoverheid gehanteerd om de gemeenten de tijd te geven om maatregelen te nemen. Op dit moment zou de maximale korting ongeveer 39 euro per inwoner bedragen. Dit verschil is nu structu-reel geraamd in de (meerjaren)begroting. Het aantal inwoners per 1 januari 2024 bedraagt 16.220.

In de meicirculaire 2024 staat dat de korting over 2025 wordt teruggedraaid, omdat de overheid er vanuit gaat dat de hervorming niet op tijd wordt gehaald.
In de aanvullende begrotingsbrief van de provincie Limburg staat vermeld:
“De provincies, als financieel toezichthouder, erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en brengen daarom een actualisatie van de gezamenlijke richtlijn uit:
- Gemeenten mogen in de jaarschijven 2026, 2027 en 2028 de middelen zoals die in de Hervormingsagenda zijn afgesproken als structurele  en reële raming meenemen in hun meerjarenraming. Concreet gaat het landelijk om respectievelijk € 284 miljoen, € 211 miljoen en € 250 miljoen.” Derhalve is het begrotingsjaar 2028 hierop aangepast.

Provincie Limburg heeft als toezichthouder een aanvullend begrotingsadvies gegeven: “Op basis van de financiële reeks, zoals opgenomen in de uitspraak van de Commissie van Wij-zen (CvW), zijn in eerdere meicirculaires over de jaren 2022, 2023, 2024 en 2025 aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. De beschikbaarstelling van deze middelen voor de jaren 2026 en 2027 verder vindt plaats na het advies van de deskundigen-commissie en de besluitvorming daarover."
De provincies erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en brengen daarom een actualisatie van de gezamenlijke richtlijn uit om dit onderdeel ook voor 2028 op te nemen.

De formatie zoals deze de afgelopen jaren is vastgesteld en bijgesteld op basis van het formatieonderzoek 2019 en de daaropvolgende ontwikkelingen, is geen statisch gegeven. Nieuwe ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de noodzakelijke personele capaciteit. Hierdoor is het noodzakelijk de formatie periodiek te bezien en zonodig bij te stellen. Omdat op diverse plaatsen binnen de organisatie, mede door wijzigingen in werkzaamheden, een tekort aan personeel is, wordt voor het begrotingsproces 2025 en verder een aantal noodzakelijke formatie uitbreidingen verzocht voor een totaal van 4,7 fte.

Er is een groeiende behoefte aan informatie om beter te kunnen sturen op ontwikkelingen binnen de gemeente. Tot dusver waren dit adhoc informatieverzoeken waarvoor handmatige data-analyses verricht moesten worden, wat arbeidsintensief en foutgevoelig is. Om hier verder in te ontwikkelen en efficiënter te kunnen werken, is er behoefte aan het ontwikkelen van een datawarehouse dat gelinkt is aan de verschillende systemen die binnen gemeente Beek gebruikt worden. Voor de implementatie van dit datawarehouse is een incidentele bijraming nodig van € 80.000 in 2024 en een structurele bijraming van jaarlijks € 28.000 vanaf 2025. 

Als stelpost CAO is een index van 4,4% berekend over de salarissen.

In de begroting 2024 zijn de destijds enorm gestegen energiekosten, tijdens de energiecrisis, incidenteel opgenomen. Aangezien de gemeente inmiddels nieuwe energiecontracten heeft afgesloten, zijn deze op verwacht gebruik, begroot. Verder in de begroting worden ook de energiekosten voor andere onderdelen dan het gemeentehuis en de gemeentewerf meegenomen.

De WW-kosten welke voor rekening van de gemeente komen, van personeel welke niet meer bij de gemeente in dienst is, alsmede een deel van de kosten van de voormalige medewerkers die bij de BsGW in dienst zijn.

In de bijstelling is de verhoging van de anciëniteiten van 2025 t.o.v. 2024 opgenomen en de verhoging van de CAO t/m 31 maart 2025.

Voor het onderbrengen van ons archief naar het Historisch Centrum Limburg (HCL) en we gebruik gaan maken van een eDepot, waardoor ons archief voldoet aan de wettelijke eisen, is een extra budget nodig.

Dit betreft voornamelijk een correctie van een post, welke wegvalt tegen de later in dit stuk genoemde doorbelasting van uren van medewerkers in loondienst, naar investeringen, alsmede de tegenboeking van de jaarlijks opgenomen stelpost van € 57.000 als verwachte verhoging van de anciëniteiten.

Gemeenten mogen 10% van de beschikbare algemene reserve inzetten als structureel dekkingsmiddel van de (meerjaren)begroting. Dit onder aftrek van de jaarlijks geraamde stortingen en onttrekkingen in de algemene reserve. Bij deze (meerjaren)begroting is de beschikbare algemene reserve structureel ingezet.

De tot Programma 6 / Bestuur en organisatie behorende BBV taakvelden kunt u terugvinden in Bijlage 9 / BBV Taakvelden

De tot Programma 6 / Bestuur en organisatie behorende BBV indicatoren kunt u terugvinden in Bijlage 10 / BBV Indicatoren

De tot Programma 6 / Bestuur en organisatie behorende verbonden partijen kunt u terugvinden in Bijlage 11 / Verbonden partijen