Paragraaf 3 / Financiering

De financieringsparagraaf (oftewel treasury paragraaf), is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet Fido) per 1 januari 2001 ingevoerd. Het doel van deze paragraaf is om de raad te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële functie. Het treasurybeleid van de gemeente Beek is gericht op het zo goed als mogelijk financieren van de publieke taak danwel het zo optimaal mogelijk beheren van overtollige middelen, waarbij het beperken van het financiële risico’ centraal staat. De treasury heeft hierbij geen zelfstandige winstdoelstelling maar dient ter ondersteuning van de publieke taak van de gemeente. De wet Fido stelt regels voor het beheersen van financiële risico’s op aangetrokken en op uitgezette middelen van decentrale overheden, alsmede voor het beheer van de treasury. Treasury wordt daarbij gedefinieerd als het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de vermogenswaarden, de financiële geldstromen en financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

Relevante beleidsdocumenten:
·    Treasurystatuut gemeente Beek (vastgesteld december 2023)

Meerjarig financieel inzicht financieringsbehoefte (bedragen x € 1.000)
  Ultimo R2019 Ultimo R2022 Aanvang B2025
Vaste Activa (a) 30.837 50.702 63.935
Voorraden (b) -871 0 0
Totaal vaste Activa (incl. voorraden) (a+b=c) 29.966 50.702 63.935
       
Eigen vermogen (reserves) (d) 24.873 25.685 26.960
Vreemd vermogen (voorzieningen) (e) 7.488 8.970 7.023
Vreemd vermogen (geldleningen) (f) 10.000 16.933 25.820
Totaal beschikbaar vermogen (d+e+f=g) 42.361 51.588 59.803
Financieringsbehoefte (=c-g) -12.395 -886 4.132

Uit bovenstaande opstelling blijkt dat de gemeente ultimo 2019 en 2022 geen financieringsbehoefte had. Het financieringsoverschot in 2019 was te danken aan de vervroegde afstoting van de Essentgelden. In 2022 is een langlopende geldlening aangetrokken van € 6 miljoen waardoor er aan het einde van 2022 geen financieringsbehoefte meer was.  

De financieringsbehoefte per aanvang 2025 is € 4,1 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door de realisatie van grote investeringsprojecten. In de loop van 2025 zal bezien worden hoe in deze financieringsbehoefte te voorzien. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Als in de toekomst kapitaal moet worden aangetrokken gelden hiervoor strikte richtlijnen en plafonds. Hoeveel geld een gemeente mag lenen, is afhankelijk van de hoogte van de begroting. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld er maximaal “kort” (voor een periode van maximaal 1 jaar) mag worden geleend. Het doel hiervan is het beperken van het aandeel “korte financiering” om zodoende geen disproportioneel renterisico te lopen en in algemene zin om te waarborgen dat de gemeenten hun externe financiering periodiek beoordelen en kort aangetrokken financieringsmiddelen tijdig omzetten in langlopende leningen. De uitgaven worden gefinancierd uit onze liquide middelenstroom of met gebruikmaking van kas-geldleningen. 
Omdat de informatie over de kasgeldlimiet wordt toegelicht in deze financieringsparagraaf is de extra rapportage aan de Provincie hiermee vervallen. Wel dient de toezichthouder op de hoogte te worden gesteld als blijkt dat in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden. 

Bij de periodieke monitoring blijkt de kasgeldlimiet in het 1e kwartaal 2024 overschreden. Dit wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door de voorfinanciering kosten opvang Oekraiense vluchtelingen. Nadat het voorschot voor 2024 in het 2e kwartaal 2024 is ontvangen, was er geen sprake meer van het kasgeldlimiet. 

Kasgeldlimiet (x € 1.000) 2025
Omvang begroting 1 januari 55.962
Percentage kasgeldlimiet 8,5
Kasgeldlimiet (opvang x percentage) 4.756
Kasgeldlimiet (x € 1.000) 2023 2024
Omvang begroting 1 januari 47.775 51.599
Percentage kasgeldlimiet 8,5 8,5
Kasgeldlimiet (opvang x percentage) 4.061 4.386
Toets kasgeldlimiet 4e kw '23 1e kw '24 2e kw '24 3e kw '24
Vlottende schuld (gemiddeld) 2.616 14.703 3.552 1.622
Vlottende middelen 1.919 2.905 9.277 11.509
Saldo vlottende schuld -/-  vlottende middelen 697 11.798 -5.725 -9.887
Ruimte (+) / Overschrijding (-) kasgeldlimiet 3.364 -7.412 10.111 14.273

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Waar de kasgeldlimiet als plafond geldt voor “kort” financieren, is in de wet Fido ook een richtlijn opgenomen voor “lang” financieren. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal “lang” (langer dan 1 jaar) geleend mag worden. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De informatie over de renterisiconorm dient eveneens in de financierings-paragraaf van de begroting vermeld te worden. Het renterisico wordt voor de komende vier jaren bepaald en de renterisiconorm wordt gerelateerd aan het begrotingsjaar. Ook voor de nieuwe renterisiconorm blijft sprake van een minimumbedrag (€ 2,5 miljoen), net als nu, om te sterke beperking van financieringsmogelijkheden te voorkomen.

Meerjarig financieel overzicht renterisiconorm (x € 1.000)
Rente risico's  B2025 B2026 B2027 B2028
Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0
Reguliere aflossing op vaste schuld o/g 557 557 557 557
Totaal renterisico 557 557 557 557
         
Berekening renterisiconorm en toetsing renterisico aan deze norm (x € 1.000)        
Begrotingstotaal 55.962 54.884 55.086 55.461
Renterisiconorm 20% (van begrotingstotaal) 11.192 10.977 11.017 11.092
Minimumnorm 2.500 2.500 2.500 2.500
Renterisico 557 557 557 557
Toetsing renterisiconorm aan norm

10.635

10.420 10.460 10.535

Zoals hiervoor aangegeven, zal de  financieringsbehoefte naar verwachting lang gefinancierd moeten worden.

EMU

Terug naar navigatie - EMU

Binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU), waarvan Nederland deel uitmaakt, is in Europese afspraken (het Stabiliteits- en Groeipact) vastgelegd dat het begrotingstekort van de individuele deelnemers ten hoogste 3% van bruto binnenlands product (BBP) mag bedragen. Het EMU-saldo wordt mede bepaald door de uitgaven van de lokale overheid.

Lokale overheden dienen hun EMU-saldo in de begroting op te nemen. Omdat de gemeentebegrotingen gebaseerd zijn op het lasten-baten stelsel, moeten de gemeentelijke begrotingscijfers worden gecorrigeerd voor diverse componenten om zo het individuele gemeentelijke EMU-saldo zichtbaar te maken. Hiertoe is de onderstaande tabel omwille van de uniformiteit verplicht voorgeschreven.

Ontwikkeling lokaal EMU-saldo (x € 1.000)
    2023 (a) 2024 (b) 2025 (c)
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -2.148 -2.098 -968
-2 Mutatie (im)materiële vaste activa 3.796 1.489 10.656
+3 Mutatie voorzieningen -2.833 -632 -689
-4 Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -871 0 0
+5 Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa 0 0 0
  Berekend EMU-saldo -7.906 -4.219 -12.313
  Norm EMU-saldo (=de individuele referentiewaarde) van gemeente Beek (bron: September circulaire 2023) -2.654 -2.654 -2.654

Nadat de wereldwijde economische crisis in 2008 ook in de eurozone leidde tot een recessie, hebben de EU-lidstaten besloten tot een gezamenlijke Europese aanpak van de crisis. Op Europees niveau zijn afspraken gemaakt over reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld. Kern van deze afspraken is:
·    dat het kabinet zich, met het intreden van economisch herstel, committeert aan een verbetering van het structurele EMU-saldo met ten minste 0,5%-punt BBP per jaar;
·    de grens voor het feitelijk tekort 3% BBP blijft;
·    de overheidsschuld niet hoger mag zijn dan 60% BBP. 

Het is volgens de VNG nadrukkelijk niet de bedoeling dat elke gemeente bij het opstellen van de gemeentebegroting individueel gaat sturen op deze individuele referentiewaarde door bij een dreigende overschrijding uitgaven te gaan schrappen. Het jaarlijkse individuele EMU-saldo schommelt hiervoor te zeer en dit zou slechts betekenen dat de gezamenlijke ruimte onder het plafond niet benut wordt en noodzakelijke uitgaven uitgesteld of nog erger geschrapt worden. Dat heeft een groot negatief economisch effect en is ongewenst. Daarom adviseert de VNG gemeenten om bij het opstellen van de begroting niet te sturen op de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort, maar wel op de ontwikkeling van de hoogte van de gemeenteschuld. Te hoge schulden zijn ook voor de financiële gezondheid van een gemeente niet goed. Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Pas als het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten wordt overschreden kan de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol gaan spelen.

Langlopende leningen

Terug naar navigatie - Langlopende leningen
Aangetrokken geldleningen per 1 januari 2025
Geldverstrekker Restant bedrag Rente looptijd
BNG lening 40.114.695 6.081.875 0,595% 40 jaar (einddatum 26-06-2061)
BNG lening 40.115.030 4.338.100 0,118% 50 jaar (einddatum 02-08-2071)
BNG lening 40.116.126 5.400.000 2,745% 20 jaar (einddatum 07-12-2042)
Provincie Noord Brabant N16742B13364 (*) 10.000.000 2,95% 30 jaar (einddatum 08-02-2054)
Totale aangetrokken geldleningen 25.819.975    

(*) Begin 2024 is deze lening aangetrokken als projectfinanciering voor de rioolinvesteringsplanning, zoals verwerkt in de Afwijkingenrapportage 2024. 

Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000)
Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000)
R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Lasten -416 -200 -478 -458 -439 -419
·         Rente lang vreemd vermogen -207 -197 -475 -455 -436 -416
·         Rente kort vreemd vermogen -209 -3 -3 -3 -3 -3
Baten 281 105 119 118 118 117
·         Rente baten overige leningen 113 105 119 118 118 117
·         Rentebaten in rekening courant 168 0 0 0 0 0
·         Rentebaten tijdelijk uitgezette gelden 0 0 0 0 0 0
Totaal paragraaf financiering -135 -95 -359 -340 -321 -302

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema
Rente schema 2025
Externe rentelasten korte en lange financiering 478
Externe rentebaten 119
Totaal door te rekenen externe rente 359
Doorberekende rente aan grondbedrijf 0
Rente projectfinanciering doorberekend aan taakveld 164
Totaal doorberekende externe rente aan grondbedrijf en/of taakveld 164
Saldo door te rekenen externe rente 195
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen 0
Totaal interne rente over eigen vermogen en voorzieningen 0
Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe en interne rente 195
Werkelijke rente toegerekend aan taakvelden 164
Resultaat op het taakveld treasury 31