
Paragraaf 3 / Financiering
Het doel van deze paragraaf is om de raad te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële functie. Het treasurybeleid van de gemeente Beek is gericht op het zo goed als mogelijk financieren van de publieke taak danwel het zo optimaal mogelijk beheren van overtollige middelen, waarbij het beperken van het financiële risico centraal staat. De treasury heeft hierbij geen zelfstandige winstdoelstelling maar dient ter ondersteuning van de publieke taak van de gemeente. De wet Fido stelt regels voor het beheersen van financiële risico’s op aangetrokken en op uitgezette middelen van decentrale overheden, alsmede voor het beheer van de treasury. Treasury wordt daarbij gedefinieerd als het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de vermogenswaarden, de financiële geldstromen en financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Relevante beleidsdocumenten:
· Treasurystatuut gemeente Beek (vastgesteld december 2023)
Meerjarig financieel inzicht financieringsbehoefte (bedragen x € 1.000) | |||
Ultimo R2020 |
Ultimo R2023 |
Aanvang B2026 | |
Vaste Activa (a) | 34.264 | 51.699 | 56.609 |
Voorraden (b) | 0 | 0 | 0 |
Totaal vaste Activa (incl. voorraden) (a+b=c) | 34.264 | 51.699 | 56.609 |
Eigen vermogen (reserves) (d) | 27.708 | 20.980 | 29.910 |
Vreemd vermogen (voorzieningen) (e) | 8.039 | 7.918 | 5.748 |
Vreemd vermogen (geldleningen) (f) | 5.000 | 16.377 | 24.930 |
Totaal beschikbaar vermogen (d+e+f=g) | 40.747 | 45.275 | 60.588 |
Financieringsbehoefte (=c-g) | -6.483 | 6.424 | -3.979 |
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat de gemeente ultimo 2020 geen financieringsbehoefte had. In 2023 ontstond er een financieringsbehoefte waarvoor in 2024 een langlopende geldlening is aangetrokken van € 10 miljoen.
Het financieringsoverschot per aanvang 2026 is € 4 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een vertraging in de realisatie van grote investeringsprojecten. In de loop van 2026 zal er een nieuwe financieringsbehoefte ontstaan door nieuw geplande investeringsprojecten.
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - KasgeldlimietAls kapitaal moet worden aangetrokken gelden hiervoor strikte richtlijnen en plafonds. Hoeveel geld een gemeente mag lenen, is afhankelijk van de hoogte van de begroting. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld er maximaal “kort” (voor een periode van maximaal 1 jaar) mag worden geleend. Het doel hiervan is het beperken van het aandeel “korte financiering” om zodoende geen disproportioneel renterisico te lopen en in algemene zin om te waarborgen dat de gemeenten hun externe financiering periodiek beoordelen en kort aangetrokken financieringsmiddelen tijdig omzetten in langlopende leningen. De uitgaven worden gefinancierd uit onze liquide middelenstroom of met gebruikmaking van kas-geldleningen.
Omdat de informatie over de kasgeldlimiet wordt toegelicht in deze financieringsparagraaf is de extra rapportage aan de Provincie hiermee vervallen. Wel dient de toezichthouder op de hoogte te worden gesteld als blijkt dat in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden.
Bij de periodieke monitoring bleek de kasgeldlimiet sinds het 3e kwartaal 2024 niet meer overschreden.
Kasgeldlimiet (x € 1.000) | 2026 |
Omvang begroting 1 januari | 65.095 |
Percentage kasgeldlimiet | 8,5 |
Kasgeldlimiet (opvang x percentage) | 5.533 |
Kasgeldlimiet (x € 1.000) | 2024 | 2025 | ||
Omvang begroting 1 januari | 51.599 | 55.962 | ||
Percentage kasgeldlimiet | 8,5 | 8,5 | ||
Kasgeldlimiet (opvang x percentage) | 4.386 | 4.757 | ||
Toets kasgeldlimiet | 3e kw '24 | 4e kw '24 | 1e kw '25 | 2e kw '25 |
Vlottende schuld (gemiddeld) | 1.622 | 2.738 | 4.874 | 4.544 |
Vlottende middelen | 11.509 | 16.947 | 11.120 | 19.607 |
Saldo vlottende schuld -/- vlottende middelen | -9.887 | -14.209 | -6.246 | -15.063 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) kasgeldlimiet | 14.273 | 18.595 | 11.003 | 19.820 |
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - RenterisiconormWaar de kasgeldlimiet als plafond geldt voor “kort” financieren, is in de wet Fido ook een richtlijn opgenomen voor “lang” financieren. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal “lang” (langer dan 1 jaar) geleend mag worden. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De informatie over de renterisiconorm dient eveneens in de financierings-paragraaf van de begroting vermeld te worden. Het renterisico wordt voor de komende vier jaren bepaald en de renterisiconorm wordt gerelateerd aan het begrotingsjaar. Ook voor de nieuwe renterisiconorm blijft sprake van een minimumbedrag (€ 2,5 miljoen), net als nu, om te sterke beperking van financieringsmogelijkheden te voorkomen.
Meerjarig financieel overzicht renterisiconorm (x € 1.000) | ||||
Rente risico's | B2026 | B2027 | B2028 | B2029 |
Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reguliere aflossing op vaste schuld o/g (*) | 890 | 890 | 890 | 890 |
Totaal renterisico | 890 | 890 | 890 | 890 |
Berekening renterisiconorm en toetsing renterisico aan deze norm (x € 1.000) | ||||
Begrotingstotaal | 65.095 | 59.525 | 59.146 | 57.964 |
Renterisiconorm 20% (van begrotingstotaal) | 13.019 | 11.905 | 11.829 | 11.593 |
Minimumnorm | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Renterisico | 890 | 890 | 890 | 890 |
Toetsing renterisiconorm aan norm |
12.129 |
11.015 | 10.939 | 10.703 |
(*) De reguliere aflossing op nog aan te trekken geldleningen is hier nog niet in opgenomen.
EMU
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - EMUBinnen de Economische en Monetaire Unie (EMU), waarvan Nederland deel uitmaakt, is in Europese afspraken (het Stabiliteits- en Groeipact) vastgelegd dat het begrotingstekort van de individuele deelnemers ten hoogste 3% van bruto binnenlands product (BBP) mag bedragen. Het EMU-saldo wordt mede bepaald door de uitgaven van de lokale overheid.
Lokale overheden dienen hun EMU-saldo in de begroting op te nemen. Omdat de gemeentebegrotingen gebaseerd zijn op het lasten-baten stelsel, moeten de gemeentelijke begrotingscijfers worden gecorrigeerd voor diverse componenten om zo het individuele gemeentelijke EMU-saldo zichtbaar te maken. Hiertoe is de onderstaande tabel omwille van de uniformiteit verplicht voorgeschreven.
Ontwikkeling lokaal EMU-saldo (x € 1.000) | ||||
2025 (a) | 2026 (b) | 2027 (c) | ||
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -3.127 | -1.848 | -1.909 |
-2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | 1.231 | 909 | 32.079 |
+3 | Mutatie voorzieningen | -2.351 | -1.791 | -1.149 |
-4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 0 | 0 | 0 |
+5 | Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -6.709 | -4.548 | -35.137 | |
Norm EMU-saldo (=de individuele referentiewaarde) van gemeente Beek (bron: Septembercirculaire 2024 en 2025) | -2.654 | -2.832 | -2.832 |
Nadat de wereldwijde economische crisis in 2008 ook in de eurozone leidde tot een recessie, hebben de EU-lidstaten besloten tot een gezamenlijke Europese aanpak van de crisis. Op Europees niveau zijn afspraken gemaakt over reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld. Kern van deze afspraken is:
· dat het kabinet zich, met het intreden van economisch herstel, committeert aan een verbetering van het structurele EMU-saldo met ten minste 0,5%-punt BBP per jaar;
· de grens voor het feitelijk tekort 3% BBP blijft;
· de overheidsschuld niet hoger mag zijn dan 60% BBP.
Het is volgens de VNG nadrukkelijk niet de bedoeling dat elke gemeente bij het opstellen van de gemeentebegroting individueel gaat sturen op deze individuele referentiewaarde door bij een dreigende overschrijding uitgaven te gaan schrappen. Het jaarlijkse individuele EMU-saldo schommelt hiervoor te zeer en dit zou slechts betekenen dat de gezamenlijke ruimte onder het plafond niet benut wordt en noodzakelijke uitgaven uitgesteld of nog erger geschrapt worden. Dat heeft een groot negatief economisch effect en is ongewenst. Daarom adviseert de VNG gemeenten om bij het opstellen van de begroting niet te sturen op de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort, maar wel op de ontwikkeling van de hoogte van de gemeenteschuld. Te hoge schulden zijn ook voor de financiële gezondheid van een gemeente niet goed. Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Pas als het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten wordt overschreden kan de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol gaan spelen.
Langlopende leningen
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - Langlopende leningenAangetrokken geldleningen per 1 januari 2026 | |||
Geldverstrekker | Restant bedrag | Rente | looptijd |
BNG lening 40.114.695 | 5.917.500 | 0,595% | 40 jaar (einddatum 26-06-2061) |
BNG lening 40.115.030 | 4.245.800 | 0,118% | 50 jaar (einddatum 02-08-2071) |
BNG lening 40.116.126 | 5.100.000 | 2,745% | 20 jaar (einddatum 07-12-2042) |
Provincie Noord Brabant N16742B13364 | 9.666.667 | 2,95% | 30 jaar (einddatum 08-02-2054) |
Totale aangetrokken geldleningen | 24.929.967 |
Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000)
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000)Saldo matrix paragraaf financiering (x € 1.000) |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|
R2024 |
B2025 |
B2026 |
B2027 |
B2028 |
B2029 |
|
Lasten |
-467 |
-477 |
-776 |
-1.293 |
-1.725 |
-1.879 |
· Rente lang vreemd vermogen |
-463 |
-474 |
-773 |
-1.290 |
-1.722 |
-1.876 |
· Rente kort vreemd vermogen |
-4 |
-3 |
-3 |
-3 |
-3 |
-3 |
Baten |
488 |
274,8 |
284 |
283 |
282 |
281 |
· Rente baten overige leningen |
118 |
124 |
125 |
124 |
123 |
122 |
· Rentebaten in rekening courant |
370 |
150 |
159 |
159 |
159 |
159 |
· Rentebaten tijdelijk uitgezette gelden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal paragraaf financiering |
21 |
-202 |
-492 |
-1.010 |
-1.443 |
-1.598 |
Renteschema
Terug naar navigatie - Paragraaf 3 / Financiering - RenteschemaRente schema | 2026 |
Externe rentelasten korte en lange financiering | 776 |
Externe rentebaten | 284 |
Totaal door te rekenen externe rente | 492 |
Doorberekende rente aan grondbedrijf | 0 |
Rente projectfinanciering doorberekend aan taakveld | 164 |
Totaal doorberekende externe rente aan grondbedrijf en/of taakveld | 164 |
Saldo door te rekenen externe rente | 328 |
Rente over eigen vermogen | 0 |
Rente over voorzieningen | 0 |
Totaal interne rente over eigen vermogen en voorzieningen | 0 |
Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe en interne rente | 328 |
Werkelijke rente toegerekend aan taakvelden | 164 |
Resultaat op het taakveld treasury | 164 |